Huidletsels in de gelaats- en halsregio die groter worden, verdachte kenmerken vertonen of esthetische klachten beginnen op te leveren, kunnen door de KNO arts worden verwijderd. Frequent gebeurt er eerst een nazicht door de huisarts of dermatoloog, waarna patient wordt doorverwezen om het letsel te laten wegnemen.
De meest frequent voorkomende huidtumor (80%) is een basalioom (of basocellulair carcinoma). Basaliomen worden oa. veroorzaakt door UV-blootstelling en komen daarom vooral voor in het gelaat. In het begin lijken ze vaak op een niet genezende wonde/ulcus en groeien traag uit tot verheven huidletsels. Door hun niet agressieve groei worden ze vaak ‘geminimaliseerd’ en zien we vaker patiënten met grote tumoren.
Heelkunde is de gouden standaard therapie. Dankzij het enorme ‘huidreservoir’ bij de meestal oudere patient kunnen zelfs grote huiddefecten mooi gereconstrueerd worden, vaak door een lokale huidflap. Er zijn meer dan 100 reconstructiemogelijkheden, afhankelijk van de lokalisatie en grootte van het defect.
"Spino's" of spinocellulair carcinomen zijn minder frequent voorkomende (10%) kwaadaardige huidtumoren, maar kennen een agressiever groeipatroon. Bij de verwijdering van deze tumoren wordt er dan ook een ruimere marge genomen.
Bij de verwijdering van elke kwaadaardige huidtumor wordt een vriescoupe onderzoek uitgevoerd. Dit betekent dat de patholoog tijdens de operatie een stukje weefsel aan de rand van het resectiestuk onderzoekt op aanwezige tumorcellen. Op deze manier weet de chirurg of er al dan nier voldoende weefsel werd weggenomen en kan de reconstructie of sluiting van de wonde beginnen.
Meestal kunnen deze ingrepen uitgevoerd worden onder plaatselijke verdoving in daghospitalisatie.